Tijgervarkentje.

Het was een mooie zonnige dag. Het tijgervarkentje zat rustig op de werf bij te komen van al z’n avonturen met momfer, en de gebroeders snoefhoef en hoefsnoef. Hij dacht bij z’n age: “mooi effe op de werf naar het zeetje kijken, en geen mallegat meer”. Maar zijn rust was maar van korte duur. Op het strand zag hij Bobo de neger palmbomen planten. Joj, zei tijgervarkentje: “wat krijge we now”, en liep op Bobo af om uit te zoeken wat hij van plan was. Bobo de neger verschoot z’n eigen wild, toen hij dat morsige tijgervarkentje zag. Hij docht what ep ik nauw an mijn snikker hangen. Maar dat was gien snikker maar dat was het tijgervarkentje. Het tijgervarkentje zei: “wat ben jij nou aan het doen bobo de neger”, en bobo de neger zei: Ik ben aan het midgetgolven, dat zie te toch!. Dit schoot het tijgervarkentje verkeerd, en gaf bobo de neger een beuk tussen z’n ogen, en bobo de neger ging voor de vlakte, nu kwamen de gebroeders snoefhoef en hoef snoef er naar toe, en zeiden:

********************************************************************

 Nah, Tijgervarkentje wat doe je nou? Je slaat zomaar Bobo de neger neer. Da mag toch   nie!! Ja, zei hoefsnoef:”je lijkt wel zo een Jan Maat aanhanger. En inderdaad had  tijgervarkentje een onverklaabaar rood wit blauw gestreept gedeelte tussen de normale strepen van z’n tijger  outfit. Joj, donderstraal een end heen met je geouwehoer, en gaf de broeders ook een paar stompe. Met het zweet op z’n hoofd begon tijgervarknetje aan z’n dagelijkse strandwandeling. Hij liep langs de palmbomen die Bobo de neger net had aangeplant, en zag tot z’n verbazing Jim lopen met z’n poedel en dat lelijke kittelikkertje. Hij dacht, “nou moet ik maken dat ik weg kom, ase komt die zeeziek weer een praatje houwe”. Maar het was al te laat en Jim begon fanatiek te zwaaien en te roepen met de voor hem karakteristieke oervervelende lach. Terwijl het gesprek moeizaam op gang kwam, begon Lady tegen een palmboom aan te zeiken. Dit was een ideaal moment voor tijgervarkentje om Jim in de zeik te nemen.

*************************************************************************

hoe is het Jimmy? zei het tijgervarkentje (met een schevebek), ejje nag  eniikt? Wat is dat zei Jim????????, en het tijgervarkentje begon zijn  piekie uit zijn gullepie te lachen. Joj weet je dat ‘iet, ‘oe kom jij den  an die dochters, ehkregen van kees kager zeker!! Nou wist Jim waar het om ging.  met die dochters bedoelde het tijgervarkentje natuurlijk pakken melk, nu  schoot jim in de oervervelende lach van him.  Het tijgervarkentje wist wel een manier om bij Jim weg te gaan, en zei:  Jim ik ken nog een truc. Laat maar dereszien had jim uhzaan.  Nu liet het tijgervarkentje hoefsnoef komen (allen want dat was de truc)  je moet je ogen dicht houwen jim, want hier komt de truc:  simsalla jim olee, gien ien konijn maar twee (nu kwam snoef hoef erbij )  en jim deed z’n ogen open verschoot z’n eigen het apenlazerus, twee  konijnen hoe was het mogelijk. maar goed het tijgervarkentje zei tegen jim, ik zie  je wel in de pruimentijd, dag’or.  Het tijgervarkentje ging van het strand af wankt hij was het zat, op een  bankie zittende ziet hij jan baldie voorbij komen en kon het niet laten  om wat te zeggen. 

 ************************************************************************* 

 He, Baldie kom es zei het tijgervarkentje. Baldie kwam naast het  tijgervarkentje zitten. Baldie had een grote rugzak mee die behoorlijk  gevuld was. Joj, Baldie wat heb jij now? Baldie aarzelde maar haalde de rugzak  van z’n rug en begon hem open te maken. Tot z’n grote verbasing kwam er een kabouter uit. Wat is dat now, zei  tijgervarkentje. Ben je je kabouters aan het uitlaten? Nou, zei Baldie   dit is een heel bijzonder  emplaar dat zo kostbaar is dat ik het niet aandurf om die alleen thuis te  laten met de rest van de kabouters. Maar de Efteling is toch zo goed  beveiligd zei tijgertje, je hebt immers altijd dat mokkel van je achter  de deur staan met d’r fotocamera.  Ja, dat is waar maar deze is echt bijzonder, deze kan namelijk praten.  Het gesprek werd even verstoord omdat de ijskoerier van Prav een bestelling  Af kwam leveren.  Tijgertje begon te smullen van z’n bak met citroen/aardbeien ijs. Zal ik  je een kleine demonstratie geven misschien? Weljadet, zei  tijgervarkentje ik zit goed laat maar komen. De kabouter begon te vertellen. Vol Baldie  grappen en grollen kwam hij na een kwartier tot stilstand. Tijgervarkentje zat  nog steeds te smullen van z’n ijsje, toen de kabouter bijdehand werd. Hij  zei:\’c4ls beloning wil ik nou jouw ijsje”. Wat  dacht tijgertje dat gebeurt ech nie, en zei dat \’ede naar de Efteling kon  oprotten. Ik zou het toch maar geven  zei Baldie, want hij kan heel agressief worden. Inderdaad kwam er al rook  uit de kabouter z’n oren. Oh, ja zei tijgertje “hebbe houwe, ik zal het  dir je oge dauwe”, en ramde z’n  vuist door de kabouter heen. Plots kwamen er blauw witte naar rubber  ruikende wolken over de werf aanzetten. 

 **************************************************************************  

Wie is dat now weer docht het tijgervarkentje, en ging effe glauwe.  Het was paulus de crosskabouter die de straat aan het gummen was. Waarom  doe je dat now, vroeg het tijgervarkentje an paulus de crosskabouter.  Joj, dat is toch mooi, zei paulus, lekker rubberen op de werf tot je temet  Overjenek ga van de rubbergeur, prachtig toch!.  wel jadet dat is ook wel mooi hoor. maar waarom doe je het als niemand  kijkt? en niet als het terras vol zit, dan kejje miskien nag welderes  geld in je hoed kragge, voor de sjoo die je doe.  Deroo zit wel wat in ‘or tijgervarkentje zei paulus en stopte met  Rubberen totdat het mooier weer werd.  Het tijgervarkentje had inmiddels zijn vriendjes kwijtgeraakt snoefhoef  En hoefsnoef, en natuurlijk momver de mol. Het tijgervarkentje had het lek  En ging die event vroog te bed.  de volgende morgen werd het tijgervarkentjs wakker gemaakt door een haan  bij him in de beurt, godver de godver dacht het tijgervarkentje, wat moet  je nou weer met z’n beest.  Het tijgervarkentje trok zijn ouwe werkkloffie an en ging naar de tuin  waar het geluid vandaan kwam, hou der’s op met dan gejank klote beest, ik  doe gien oog dicht morsigen ding, maar de haan ging gewoon door.  Dit werd het tijgervarkentje een beetje teveel en ging zijn riotgun  halen. Now wist hij zeker dat die klote haan zijn smoel wel zou houden. op de  plek aan gekommen schoot het tijgervarkentje de haan voor zijn skrotum zodat  hij nix meer zou doen, en dat lukte.  met een lach ging het tijgervarkentje een nieuwe dag te gemoed, maar wat  er toen gebeurde……………(heel verschrikkelijk….toch?) 

 **************************************************************************  

Als Tijgervarkentje had geweten van wie de haan was had hij het nooit  gedaan. Vanuit de bosjes die rijkelijk aanwezig waren in de tuin kwamen  Hans Billengans Henkie Spank-me ( dat is de undercover naam van Henk H.  Als Will er niet is) op hem afgerend. Ze begonnen het arme Tijgervarkentje  Helemaal verrot te schelden. Die dacht dat het met een paar strakke opmerkingen  Wel weer over zou zijn, maar niets is minder waar. De twee in leernicht  Kleding gehulde mannen gingen compleet uit hun dak. Tijgertje begon te zweten, en  dacht: “Ik mot make dat ik hier weg kom, aars…”. Maar het was al te  laat, de sado flikkers grepen Tijgervarkentje beet, en sleepte hem mee naar hun  kinky kelder. Wat hij ook probeerde hij kwam niet los. Voor hij het wist  hing hij in de katrollen, en bereide zich voor op het ergste. Henkie  Spank-me vond dat Tijgervarkentje een lesje moest leren, een liep naar de  muur om een van de talloze zwepen te pakken. Hans keek ondertussen in de  speeltjes kist of hij niet nog wat andere leuke dingentjes kon vinden om  Tijgervarkentje mee te sadoen. Klemmen, boeien, maskers pinnen en nog  Veel meer. Hij dacht ik zal eerst eens wat aarskaarsen aansteken, wie weet  hebben we daar nog wat aan. Dreigend zag Tijgervarkentje de twee op hem  af komen lopen…. 

 ****************************************************************************  

Hij lag z’n eige illegaar te beskeite in de katrollen, maar dat vonden  Hankie spankie en hans billeglans alleen maar leuk, die dachten natuurlijk weer  Aan poepsex. Nouja ij liet z’n eige maar gaan.  Wat was nou het geval het tijgervarkentje had het allemaal gedroomd, hij  Was niet uhpakt door hans billeglans en hankie spankie, maar een ding wat wel  Waar was, was dat hi z’n nest had vol uhskete.  Effe later hoorde hij de bel gaan. Hij docht, joy oudtop met dat gemekker  An die deer.  en stormde nee beneje. Beneje an gekomen zag hij snoef hoef en hoef snoef  voor de deur staan, en deed open.  “JOY, wat eb jij nou, zei hoef snoef, der zit allegaar stronkt an je  kraag, wat ejje uituhvoert?  Weet ik ’t, zei het tijgervarkentje ik weet het niet oor.  Maar uh, wat doe je van daag tijgervarkentje vroeg snoef hoef?  Ik gaat vandaag tennise, want ik heb morgen een wedstijd op wimbledon.  Kenne we mee? vroegen de gebroeders k’nijn, en dat was goed. Op de tennis  Beweging anuhkomme ging het tijgervarkentje z’n eige opkleje. Hij moest het  vandaag op nemen tegen het verschrikkelijke tenniswonder, ricardo draaisjek, en die  ad nag nooit van iemand uhwonne.  Het tijgervarkentje mog beginne en gaf die bal toch een swiepert over die  Baan heen, met alle gevolgen van dien….. 

 ****************************************************************************  

Hij sloeg de bal zo hard dat zelfs ricardo draaisjek uhm niet eens kon  terugslaan. De bal stuiterde met dodelijke snelheid over draaisjek heen, en  belande op de eretribune. Toen begon de ellende paas goed. Op de tribune zat  de koningin te kijken, en zag het dodlijke projectiel op haar afkomen. Ze  wilde nog wegduiken, maar ja, zo’n lijf wordt stoffig met de jaren. Er  volgde een enorme klap. Daar lag ze voor jaffa, kroontje op half zeven, en  met d’r bene in de lucht. Toen ze overend kwam had ze een beetje een  ingevallen mongd. Tijgertje had met z’n swiepert d’r gebitje d’ruit gerost.  En ja hoor, dit werd niet bepaald in dank afgenomen. Voor de tweede keer  deze week kwamen er mannen vervaarlijk op hem afstormen. Joj, dacht \’ede bij  z’n age, ik mot maar weer derres maken dat ik weg kom, want dat gaat \’edet  goed hiero. Maar dacht hij ik ken die beker dan wel vergeten, maar ik moet  toch een andenke hebben. Hij griste het gebitje van de baan, en speerde d’r  vandoor. Mooi, zei Tijgertje, hier mot ik dus ook niet weze, ik ga weer  verom nee de werf. Und also gelingde es. Herr Tijgervarkentje wird wieder  nach die Heimatt zuruch fahren. Liep weer eens langs prav, maar besloot dat  het toch beter weer was voor een biertje. Hij plofte neer bij het Lido, en  besloot dat hij onder het genot van een biertje strings ging tellen. Na  nummer driehonderd, dacht \’ede bij z’n age: ik had die maffe k’neinen toch ook  mee naar dat achterlijke eiland, waar zouden die gebleven zijn? Zoals  altijd, is de duivel dichtbij als je hem op den staart trapt. In de verte  zach hij twee vervromvraaide, verzopen k’neintjes uit de branding komen.  Toen ze uitgelegd hadden dat ze het land uit waren geknald, besloten ze  Tijgertje maar te gaan helpen met strings tellen. Halverwege hun biertje  kwam de auto met het heilige kruis de werf oprijden. Candy stapte uit, en  opende z’n kofferbak. Daar kwam de beroemde kruiwagen tevoorschijn. Wat gaat  die nou weer doen dachten onze helden?       Kijk dirderr’s zei snoefhoef wat is dat voor een ding?, joy dat is me bedrijfs kruiwage zei candy tegen het koneine koppel. Ik eb ‘m net nach uhpoetst, want ik hew ’n uitje nee de werf uhkregen van de sint, ” de sint ?” dacht het koneinen koppel “de sint”. Ja ! de sint ja zei candy. het koneine consoorte dacht al dat candy mal was maar nu wisten ze het zeker. Je ouwe kleur van de bedrijfkruiwagen komt verom, hoort dat? zei hoefsnoef, neen zei candy da’s roest. Joy daar mot je wat an doen ‘or zei het tijgervarkentje aase is je hele wagen kaal, den ejje nach aliendig nach het freempie en de koplampe, en dat mot je gien ewwe. Neen zeiden de gebroeders k’nein in koor. Het was een warme dag vandaag en het tijgervarketje had zin om effe lekker tye zwemmen. En dook het water in, ‘ei was er een paar tellen in en een krab at ‘im al beet in z’n tonen. Joy, donderstraaalt een end heen , gaat ergens bij iemand aars an z n tonen knagen, en hij gaf de krab een woif, het zeetje in, op zoute. net had hij de krab weggebonsijoerd, en daar gingen over het strand een tros stringen. hij d’r opoff, hij ging er achter lopen en trok bij ie an de string net alsoff je een illeketieke weg skiet), en die maad gillen, gillen heel verschrikkelijk wat een lawaai. het tijgervarkentje ging maar weer der s verom naar de werf en daar zag hij hoe de gebroeders k’nein een kerel in mekaar aan ’t kloppen waren. waarom doene jollie dat nou? vroeg het tijgervarkentje an de gebroeders, hij wil nix zeggen, we vroegen aliendig maar hoe laat het was maar hij wil nix zeggen. Nogal wiedes zei het tijgervarkentje het is een miem speler die ouwe altijd hun monkt, die zeggen nooit wat. oh is dat het wij dochten al, zeiden de gebroeders k’nein. verder op de werf zat een man al een tijdje naar het koppel te kijken, en liep toch of een geven moment naar hun toe( van wie hij dat uhkregen at weet ik ook niet, ik schrijf het verhaal alleen maar) en kwam met een mooi voorstel.

*************************************************************************** 

Joy, zei die late we nee Estrella om een slaatje gaan. Nou, dacht de rest dat is nagerres een goed plan, en weg gingen ze. Onderweg naar Estrella zagen ze de dieren ambulance geparkeerd staan met zwaai lichten en al. Snoefhoef ga jij derres vragen wat er loos is, zei tijgervarkentje. Snoefhoef spurte naar de ambulance en trof daar een schimmel in de kreukels aan. Het was het beest van Sinterklaas. Godsamme, hoorde snoefhoef vanuit de ambulance, dat kellere paard, altijd het zelfde gelul met dat beest. Die ken ase nee de slager toe. Snoefhoef keek om het hoekje de ambulance binnen en zag tot zijn verbazing Sinterklaas in vermomming in de wagen zitten. De arme man zag er niet uit in z’n hawa\’ef shirtje, en zeker niet met deze oorlogswond. De schimmel was tijdens het dakje rijden uitgegleden en was boven op de goedheilig man geland. Deze had nu dus een grote paarde aars afdrukn op z’n hoofd. Snoefhoef vond het wel mooi geweest en liep terug. Het bewijs dat Candy De Sint gezien had was al geleverd. Bij Estrella aangekomen ging de groep metteen tot de aanval over ven bestelde alsof hun leven d’r vanaf hing. Na een stuk of wat zalmslaatjes hoorde zij echter een geluid dat ze nog nooit gehoord hadden. Havas weui ojko enernj kassasgcsouflerb? …..? was het enige wat de groep kon bedenken. Ook miepie kon er niks mee, en vroeg wat de man zei. Hekbu uoivdcw okodjo enbfn kasdas souhlehbv? Wat een geluk deze groep was voorzien van een amazing miem speler. Ha, ha, zei hij, ik weet wat hij zegt. Aangezien miemers de hele dag ook n iet praten konden ze met elkaar gebaren talen. Het leek wel een regendans in de snackbar. Oergeluiden en gestroorde bewegingen wisselden elkaar af. Maar uiteindelijk kwamen ze tot de conclusie dat de man een kaassoufle wilde bestellen. Het duurde even maar dan komt het er wel, zei de miemer, dit was een uitheems dialect. Het schijnt dat ze uit de klompenhoeve komen. Nah, ja, ontsnapt meer eigenlijk. En inderdaad het trio zat op klompen aan tafel. Opeens scheen er een fel licht door de zaak. Tijgertje sprong van angst onder de kruk. Viool muziek klonk door ieders orenm, en er leek rozen geur boven de vetwalmen uit te komen. Oh mijn god wat is hier nou weer aan de hand? Maar Tijgertje zag het. er waren twee mensen die elkaar gevonden hadden. Een van de klompe gang was ontiegelijk scheel. Zo scheel dat ‘ie achter z’n oren kon kijken. Hier vond hij het meisje van z’n dromen. Toen hij opkeek achter z’n patatje vandaan zag hij d’r. miepie (die kan toch ook pittig wat trucjes met d’r ogen)! Voor het eerst in z’n leven kon hij iemand recht in de ogen kijken. Wat een vrouw! Hij kluiterde over de tafel naar haar toe en pakte haar stevig beet, en zei: …

 ****************************************************************************

 Jezusmienaa wat heb jij een paar klooteooge, zei de goedschele menber of the klomphoeve klan, en kort hierna begon miepie te janke, en d’r trane  liepen van skeligheid over de rug. laten we naar het paradijs gaan zei miepie, waar we altijd scheel mogen kijken. en ze gingen op weg. Het tijgervarkentje kon het allemaal niet meer aanzien en had al een tijdje daarvoor de biene genomen naar de werf. Joy, wat ewwe we hier docht het tijgervarkentje? allegaar vissies in het dorp. aarijt ’t was visserydag vandaag , dat was ok zoo. Hij ging gau naar ee visboer, willem of ab en haalde daar een lekker-lekkerbekkie om mee te neme, met saus aars was ’t gien te vrete. En natuurlijk ging het tijgervarkentje het lekkere-lekkerbekkie hapsnurken op de werf, waar meerie vla flip ook zat, je weet wel de dochter van mien pudding & Jaap vla, die kerel met die joekels van oren. ienormus bik. in de verte hoorde hij het gekreun van miepie en haar schele partner die het een en ander aan het doen waren. Wat……………….. ???????? na een goede twee minuten kwam miepie op haar hoogtepunt en viel een diepe stilte in het dorp zo stil had het tijgervarkentje het nog nooit meegemaakt, je kon een wind hoore gaan. En hij had het nog niet uhzaan, en snoefhoef liet me toch een scheet, heel verschrikkelijk, en stinken niet te harde. kortdaarna ging het signaal van de reddingsboot en alle leden van de vereniging kwamen er an gesprint. in gien vijf minuten lag die grote roeiboot in het zeetje. allen gingen ze op weg om een rescue te doen. Laten die avond ging het tijgervarkentje maar effe televiesie kijken , want het was alweer een tijdje verom dat hij dat gedaan had.  leet er nou voetbal opweze, het favoriete spel van het tijgervarkentje. NEDERLAND / ZUID-KOREA. en bij deze wedstrijd hoort natuurlijk een biertje, Bij 5-0 was het tijgervarkentje in slaap gevallen omdat hij niet meer aan kon zien dat Nederland won, hij had namelijk een overgroot tijgervarkentje die van zuid-koreaanse afkomst was namelijk het overgroottijgervarkentje wing wang wokkie. Toen hij in slaap viel hij een rare droom…

 **************************************************************************** 

 Het was voor de verandering niet zo n droom die hij altijd heb, maar ientje die nag nooit gedroomd werdheel vreemd. Het ging namelijk zo!!  Toen het tijgervarkentje tv zat te kijken NED-Korea, bleek terwijl hij lag te dutten een verschrikkelijk malle dweep rond zijn huisje ronkt an  t speren was.echt zo n duister figuur!  Maar ja  t tijgervarkentje dacht dat het er ien was van de gebroeders snoefhoef en hoefsnoef, wankt die spitten altijd bij hem in de tuin! Op zoek nee die oranje dingen! Dus gaf er gien andacht an.  Dat had hij beter wel kenne doen, omdat deze duistere persoon, namelijk het op tijgervarkentje gemunt had.  (dat wist ie niet offcours) maarja, het ijtgervarkentje dacht, ik ben al nee bed , en dat figuur is wegdus weltrusten en genagt.   

****************************************************************************

Maar later op die event ging het toch mis. Ronkt een uur of 4 in de nacht hoorde het tijgervarkentje een ongeloofelijk harde klapper teguh de wand aan van sein ‘oissie. Hij skrok z’n agguh illegaar ’t apen lazerus, en dacht jiiiissus wat een klap was dat, hoe ken dat nou??? Wat voor een vreselijk gevaarte moet dat wel niet geweest zijn om dat geloid te bewerkstellige, uit nieuwskieriggat moest het tijgervarkentje ff glauwen natuurlijk, (vaste prik, als er iets aan de hand was ergens, moest het tijgervarkentje ff glauwen) Nadat hij in de kamer van mover gekomen was zag hij een enorm grootgat in de muur zitten net alsof er met een sloop bal tegen zijn oissie an uhklopt was.. en dat was ook zo.. dat malle dweep geval was een uitvoeder, en keek of ie ging volk binnen zag zittuh. Omdat het tijgervarkentje natuurlijk al te bed was ,ép die uitvoerder  hem iet uhzien. En is toen later tot sloop over gegaan. Na een het een tijdje aan gekeken te hebben bdacht het tijgervarkentje zich opeens dat momver de  mol onmeunige mazzl heb gehat, dat hij niet op dat moment lag te maffen. Momver de mol wass natuurlijk een tunnel aan het spittuh naar sein agguh oissie, wankt de tunnel hadden snoefhoef en hoefsnoef in een malle bui dicht uhklopt. ( niet met opzet maar in een speelse bui) dus je ken wel zeggen dat hij mazzel ep dat ie nag leeft. Maar een ding bleef voor tijgervarkentje een raadsel, waarom moet zijn huisje met de grond gelijk?

 

c) ’99 auteurs: M.Kriele & E.Staal